Wat doet de Imker
Een bijenvolk kan zich in principe zelf redden. Ze hoeven niet, zoals
huisdieren, elke dag gevoerd te worden. Toch wil een imker graag honing
oogsten, zijn volken sterk houden en voorkomen dat ze er vandoor gaan
(zwermen). Bijen blijven wilde dieren en laten zich niet makkelijk
leiden, zoals hiernaast op het filmpje blijkt.
De koningin is uitgevlogen en neergestreken in een conifeer, haar bijen zijn haar gevolgd.
De Imker wordt erbij geroepen om de bijen te vangen en zo heeft de imker er wellicht weer een nieuw volkje bij.
Controle van de volken in het vroege voorjaar
Alle volken worden nagekeken. Van eventueel dode volken worden de
kasten opgeruimd. Zwakke/kleine volken en moerloze volken (volken
zonder koningin) worden verenigd met sterke volken. Oude en
beschimmelde raten worden verwijderd. Teveel aan wintervoer wordt
verwijderd om te voorkomen dat er later suiker in de honing terecht
komt. Afhankelijk van de grootte van een volk, wordt de ruimte van de
bijenkast beperkt. Alle volken krijgen een schone bodem.
Kastruimte
Vanaf begin oktober tot begin april is er weinig te doen in de
bijenvolken. Deze tijd wordt benut voor het onderhoud en maken van
kastmateriaal. In de loop van het voorjaar zal het volk sterk groeien.
Regelmatig wordt gekeken hoe de ontwikkeling verloopt en als de kasten
te vol worden, wordt er extra kastruimte gegeven. Vanaf april moet de
bloei van planten in de gaten gehouden worden. Wanneer er veel planten
in bloei staan kan er extra ruimte in de vorm van een honingkamer op
het volk gezet worden. De honingkamer wordt gescheiden van de rest van
de kast door middel van een rooster. De koningin kan niet door dit
rooster, de werksters wel. Op deze manier kan er geen broed in de
honingraten komen, maar zal de ruimte alleen gebruikt worden voor de
opslag van honing. De honing wordt geheel
handmatig en op ambachtelijke wijze gewonnen. Bij een goed voorjaar kan
eind mei/begin juni de eerste honing uit de kasten worden gehaald. Bij
een goede zomer kan in augustus nogmaals worden geoogst. De honingoogst
begint door de raten die vol met rijpe honing zitten uit de bijenkast
te halen. De imker moet zichzelf daarbij beschermen, want de bijen zijn
hier uiteraard niet blij mee! Ze krijgen er in augustus voldoende
suikerwater voor terug, maar dat weten ze natuurlijk niet. Het is
belangrijk om de raten bij-vrij mee te krijgen, anders hebben we later
bijen in de keuken. De raten worden in de keuken handmatig ontzegeld.
Met een speciale ontzegelvork worden de wasdekseltjes verwijderd, zodat
de honing uit de cellen kan. De volgende stap is het slingeren van de
raten. De raten worden in de honingslinger geplaatst. Door te draaien
worden de raten hard in het rond geslingerd. De centrifugale kracht
zorgt ervoor dat de honing uit de cellen geslingerd wordt. Dit moet
niet te hard gaan, want dat gaat de raat kapot. De honing loopt langs
de wand van de honingslinger naar beneden. Daar zit een kraan,
waaronder een emmer staat met een dubbele zeef. Als de kraan wordt
geopend, loopt de honing eerst door een grove en daarna door een zeer
fijne zeef. Wasresten worden er op deze manier uit gezeefd. De honing
blijft daarna een dag of 3 in een emmer met deksel staan. Op de honing
ontstaat een schuimlaagje, bestaande uit fijne wasdeeltjes en
luchtbellen. Deze schuimlaag wordt dagelijks verwijderd, waarna de
honing geroerd wordt. Het schuim is overigens gewoon eetbaar, maar
staat niet zo fraai als je een potje open draait. Na enkele dagen gaat
de honing van de emmers in een aftapvat met kraan. Van daaruit wordt de
honing in een potje getapt. Deksel erop, etiket erop en klaar is de
Bijenhoning!
Inwinteren
De bijen hebben, om de winter door te komen, een flinke voorraad
energierijk voedsel nodig. Hiervoor verzamelen ze de honing. Als imker
haal je natuurlijk een deel van de honing uit de kasten. Om deze
voorraad aan te vullen wordt, na de laatste honingoogst, suikerwater
gegeven. Eind augustus/begin september krijgt ieder volk 15 kg suiker,
opgelost in water. Ruim een week lang krijgen de bijen elke avond een
flinke portie, die ze vanuit de voerbak opslaan, indikken en
uiteindelijk verzegelen in de raten.
Imker Kalender
Er valt te beargumenteren dat het bijenseizoen in Nederland in augustus
begint omdat dan de (eerste) winterbijen geboren worden.
Onderstaand begint de Imkerkalender echter gewoon in januari.
De in de imkerkalender opgenomen werkzaamheden zijn algemeen.
Januari de maand van wellicht de eerste reinigingsvlucht, maar meestal gebeurt dat pas ergens begin februari.
Februari meestal zijn er wel een paar dagen waarop de bijen weer eens goed naar buiten kunnen.
Maart ergens na half maart wordt het tijd voor de voorjaarsinspectie.
April begin april is het volk op zijn kleinst, daarna worden er weer meer nieuwe bijen geboren dan dat er winterbijen dood gaan.
Mei de bijen willen zwermen en dat willen wij meestal voorkomen; de eerste oogst.
Juni hopelijk hebben we het zwermen onder controle, en zijn de jonge koninginnen aan de leg.
Juli de langste dag en de drukste tijd ligt al weer achter ons.
Augustus inwinteren, de winterbijen worden geboren.
September controleren of de volken winterklaar zijn, het inwinteren afronden.
Oktober de frustratie van het einde van het bijenseizoen botvieren op het imkerforum van bijenhouden.nl.
November op het imkerforum van bijenhouden.nl wordt het steeds rustiger.
December vlak voor kerst de kortste dag, we gaan de goede kant weer op.